even pittige als in groote lijnen eenvoudige en over
zichtelijke silhouetplan, dat tot in de 17e eeuw in
groote trekken behouden bleef, viel een duidelijke
climax waar te nemen van den standsrand naar
het centrum, d.w.z. van de ommuring over de daken
der woonbebouwing naar de torens van de cathe-
draal.
Vergelijken wij dit destijds gave en schoone stads-
silhouet met dat van de meeste onzer moderne
steden, dan vallen naast eenige punten van over
eenkomst ook typische verschilpunten op.
Ook bij velen onzer tegenwoordige Nederlandsche
steden culmineert het stadssilhouet dank zij de
predomineerende plaats welke de historische stads
kern hierbij inneemt nog steeds in de centraal
gelegen torenspitsen van kerk(en) en raadhuis. In
veelbeteekenende tegenstelling tot de nieuw uit den
grond gestampte Amerikaansche steden, waar de
skyscrapers het zakelijk karakter van de city op
cycloopachtige wijze accentueeren, overwegen in ver
reweg de meeste van de gegroeide steden in Europa
gelukkig nog steeds de historische cultuur
monumenten in den vorm van kerk, raadhuis, kas
teel of paleis, somtijds ook beurs (lakenhal in
Brugge) boven de nieuwe, zakelijke en prozaïsche
bebouwing van winkels, magazijnen, kantoren enz.
In zooverre dus overeenstemming met het vroegere
stadsbeeld.
Door de industrievestiging in, doch vooral ook aan
den rand onzer steden is evenwel een markant ver
schil ontstaan; een verschil dat meer den uiterlijken
vorm dan wel het innerlijk wezen betreft. Hoe vele
industriemolens sierden immers indertijd niet de
peripherie onzer Hollandsche steden? Deze utili
teitsgebouwen vermochten door hunne sierlijke en
slanke vorm en door hunne, in verhouding tot kerk
en raadhuis bescheiden massa echter nimmer de
hoofdaandacht van de centrale culminatiepunten af
99