en juiste verhouding tot hunne omgeving, terecht
tot de stedebouwkundige glanspunten van de licht
stad behoorend en het stadsbeeld tot in verre omtrek
beheerschend.
Van de tweede mogelijkheid vormen de St Pascha-
liskerk en het tegenover gelegen kantoorgebouw van
de B.I.M. in het Benoordenhoutkwartier te 's-Gra-
venhage een niet mis te verstane waarschuwing
(zie afb. 30). Beide gebouwen behooren elk op zich
zelf tot het beste wat de moderne Nederlandsche
architectuur op gewijd en profaan gebied heeft
voortgebracht. De ligging van de eerder tot stand
gekomen kerk is in stedebouwkundig opzicht juist
en vormt dan ook een aantrekkelijk accent in deze
gegoede woonwijk. Tengevolge van de aperte mis-
plaatsing van het nieuwe, massale kantoorgebouw in
de onmiddellijke nabijheid, wordt de gunstige
werking van dit gewijde monument ten zeerste ge
schaad, ja grootendeels opgeheven. Door de te dichte
samenvoeging van deze twee monumentale bouw
werken is een in stedebouwkundig opzicht hoogst
onbevredigend geheel ontstaan, nog geheel afgezien
van de op zichzelf onjuiste ligging van een kantoor
gebouw van dezen omvang in een in sociaal opzicht
veel te éénzijdig ontwikkelde woonwijk.
Evenals ieder ander kunstwerk vraagt een schoon
bouwwerk om een zekere distantieering, een zekere
mate van isoleering, teneinde zijn aesthetische wer
king ten volle te kunnen uitoefenen. Een te nauw
opeengedrongen ligging van verschillende van zulke
dominanten doet aan het optimaal effect van elk
hunner afbreuk.
Hiertegenover vormt het torenhuis aan het Daniël
Willinkplein te Amsterdam een goed voorbeeld van
een juiste ligging en goede verhouding. Als verticale
eindafsluiting van de breede Amstellaan accentueert
deze dominant op gelukkige wijze de splitsing in
Noorder- en Zuider-Amstellaan. Het bouwwerk
94