Vroedschappen, van Steden en Dorpen, van par
ticulieren en van vorstelijke personen. We zagen
in Egmond aan den Hoef reeds een glas van Prins
Frederik Hendrik, in Biervliet een glas van Prins
Willem van Nassau en later in Friesland van
Prins Willem V.
Het wapen, vooral ook het familiewapen, blijft
een belangrijke plaats innemen als hoofdmotief
in het kerkvenster. Het „bijwerk" bepaalt zich
soms tot een enkel cartouche met naam en jaar
tal, soms tot een rijk ornament. Dit ornament
heeft dan weer alle kenmerken van het betref
fende tijdvak en vraagt daarom even meer aan
dacht dan een wapenglas.
Toch moet worden vastgesteld dat in dit glorie
tijdvak van de Nederlandsche paneelschilder
kunst (Rembrandt 1606—1669) de glasschilder
kunst meer en meer afdaalde tot een ambacht.
Onze groote kunstenaars uit de gouden eeuw heb
ben voor de glasschildertechniek geen belangstel
ling getoond.
Hier volgen dan de nog bestaande glazen uit de
laatste helft der 17e eeuw, met slechts enkele
glasschildersnamen.
Hasselt (O.), Hervormde kerk, glazen 1650—
1662.
Muiden (N.-H.), Hervormde kerk, wapenfrag
menten, 1647.
Brakel (Gld.), Hervormde kerk, 7 glazen, 1647—
1709.
84