bevinden zich thans in de Groote kerk te Haar
lem. Op de bekende manier werden ook hier een
groot aantal glazen aan de herbouwde kerk ge
schonken, die nagenoeg allemaal nog aanwezig
zijn, hoewel door onvoorzichtige restauratie in
het einde der 19e eeuw veel van de oude bekoring
verloren is gegaan.
Het glas van Pieter Holsteyn, door de stad Haar
lem aan deze kerk geschonken, noemden we reeds.
Het is niet waarschijnlijk dat hij in deze kerk
meer glazen heeft gemaakt.
Er komen hier weer andere glasschrijvers naar
voren. Eerst Jozef Oostvries uit Hoorn, 1628—
1661. Hij vervaardigde het glas door de stad
Edam aan de Rijper kerk geschonken en nog be
staande ontwerpschetsen der vijf choorglazen wij
zen er op dat ook de glazen Medemblik en Hoorn
van zijn hand zijn, terwijl het glas West-Friesland,
vooral in het bovenste gedeelte zooveel overeen
komst vertoont met de hiervoor genoemde, dat
ook dit aan hem kan worden toegeschreven.
Zijn glazen zijn geen bemoedigende inzet voor
de tweede helft der 17e eeuw. Hier mist men de
gevoelige compositie, welke juist zijn voorgan
gers, vooral Holsteijn, kenmerkte.
We zien op de glazen van Oostvries reusachtige
engelen, zware draperieën dragend en zwaar ge
kopte leeuwen op de ééne plaats en in de onmid
dellijke nabijheid ragfijne landschappen, zonder
onderling verband (fig. 14).
Zelfs het figurale gedeelte in het glas West-Fries
land, voorstellende een krijgsman, die door een
81
Glasschilders 6