Deze Bloemendaalsche glazen waren zoodanig
beschadigd, dat het kerkbestuur geen voldoen
de geldmiddelen kon verzamelen om ze te laten
herstellen. In 1868 werd het besluit genomen
om de tien glazen te verkoopen voor 50 gulden.
Gelukkig zijn zes daarvan, zij het dan ook sterk
gerestaureerd, weer in de Bloemendaalsche
kerk terug gekomen, terwijl de vier andere in
Haarlem bleven.
Het Frans Hals-museum te Haarlem bezit van
Holsteyn een aantal wapenruitjes afkomstig
uit het hofje de Bakenesser Kamer te Haarlem,
van 1630, benevens twee glaspaneelen afkom
stig uit het voormalige Gemeenlandshuis van
Rijnland „Swanenburg" te Halfweg, 1649. De
wapenschilden worden hier door gevoelig ge
schilderde, zwevende engeltjes gedragen.
De hoofdwacht op de markt te Haarlem tenslotte
is door schenking in het bezit gekomen van
negen wapenmedaillons afkomstig uit het voor
malige Coomans gildehuis te Haarlem. Ook
deze wapenschijven kunnen op naam van Pieter
Holsteyn worden gesteld, 1646.
Een tijdgenoot van Pieter Holsteyn, van wien de
kerk in Schermerhom een paar glazen bezit, is
de Hoornsche glasschrijver Jan Maertensz Engels
man, welke zich in Alkmaar vestigde en daar in
1654 overleed.
Engelsman begon zijn glasontwerp niet uit het
hart van het venster, zooals dit gebruikelijk was,
73