stellende het Paradijslandschap met Adam en
Eva.
In de Groote kerk te Edam bevinden zich in het
choor nog twee kleine glazen door Nicolaas Delft
geschilderd en vermoedelijk ook ontworpen. Het
eerste, door de stad Hoorn geschonken, is zelfs
door hem gesigneerd, het tweede, geschonken
door Alkmaar, heeft hiermee zooveel overeen
komst, dat ook dit aan hem kan worden toege
schreven.
Volgens een Vroedschapsresolutie van Hoorn
echter, werd Remmert Claesz glaesmaker ver
zocht dit glas te maken, mits:
hij't zoo goet ende goedcoop zou maecken als
die van Alkmaar ende andere steden, wel ver
staande dat hem sal worden gecort de verpon-
dinge over 1603 en 1604, met sijn verloopen
schoorsteen geit. Het resteerende jaer 1605 en
het loopende jaer 1606 sal hem gecort worden
van het loopende stadswerk.
Remmert Claesz schijnt dus wel een arme ploe
teraar te zijn geweest en toch is het niet uitgeslo
ten dat hij een zoon was van Nicolaas Delft.
Cornelis Willemsz signeerde twintig jaar later een
glas door een gecommitteerde bij de Staten van
Holland en West-Friesland geschonken. Ook de
schenking van Frans Cornelisz, gecommitteerde
ter Admiraliteit en het glas van Zaandam zijn
zeer waarschijnlijk door hem gemaakt. Verschil
lende punten van overeenkomst maken deze ver
onderstelling aannemelijk
65
Glasschilders 5