niek, met talrijke stukken gekleurd glas, sluiten
ze eerder de 16e eeuw af, dan dat zij de 17e eeuw
openen. Ze getuigen van een goed begrip, dat een
kerkglas van een grooten afstand moet worden
gezien.
Mogelijk is dit dezelfde Lenert Pieterszoon waar
over de hier volgende post voorkomt in de Tre-
zoriers-rekeningen van 's Gravenhage, luidende:
1598. Betaelt Lenert Pieterszoon glaesmaecker
tot Delft, de somme van 111 ponden 12 schel
lingen uit saecke van een groot glas bij hem
van wegen die van den Hage gemaect ende
gestelt.
Het reeds eerder genoemde glas, door de stad
Haarlem geschonken, is gesigneerd: Nicolaus
Delft 1607, terwijl volgens Haarlemsche reke
ningen Claes Abrahamsz glasescrijver zevenhon
derd ponden is betaald voor het maken van dit
glas.
Nicolaes Abrahamsz Delft, geboren in 1571, vol
gens de dateering van een op glas geschilderd
zelfportretje (thans in het Rijksmuseum te Am
sterdam) was een bekwaam Haarlemsch glas
schrijver. Tusschen 1599 en 1613 werden hem
meerdere opdrachten voor glasschilderingen ge
geven door de stad Haarlem, maar ook voor reke
ning van Alkmaar schilderde hij op glas de Hol-
landsche Graven en Gravinnen voor de Oude
Doelen aldaar, waarvan helaas niets bewaard
bleef. Wel bezit het Rijksmuseum te Amsterdam
nog een fraai glasmedaillon van zijn hand, voor-
64