Ook de kerkmeesteren van Edam hebben onge
twijfeld van Swanenburg's werk gewaardeerd,
want in de St. Nicolaaskerk zijn vijf glazen op
zijn naam te stellen, n.1. het glas geschonken door
de stad Gouda, 1606 (afb. X)
de Gecommitteerde Raden van West-Friesland,
(1607)
de Admiraliteit van West-Friesland, 1607
de Admiraliteit van Amsterdam, 1607
de stad Leiden, 1608 (afb. XI).
Van Swanenburgh schilderde niet zelf op het
glas. Hij teekende het carton op ware grootte en
vertrouwde het werk verder aan bekwame glas
schilders toe. Hij bezat een rijke fantasie, zijn
glazen zijn verrassend uitéénloopend van com
positie. Jammer dat de cartons van de Edamsche
glazen niet bewaard zijn gebleven. Wel komt in
de kerkelijke rekeningen van 1627 een post voor
waaruit blijkt dat de kerkmeesters een schrijn
werker een lade hebben laten maken om daarin
de „patroenen van die glaezen" in te bewaren,
maar wanneer en hoe lade en teekeningen ver
loren zijn gegaan is nergens te vinden.
Het tweede glas dat in de kerk werd opgesteld
was een schenking van de stad Amsterdam, en
volgens het register van rekeningen aldaar is
Lenert Pietersen, glaesenmaeker, in 1606 daar
voor betaald met 240 gulden. Ook het groote
noorder-transeptglas, door de Staten van Holland
geschonken, kan zonder twijfel aan hem worden
toegeschreven. De glazen van Lenert Pietersen
zijn minder zwierig, maar door een kloeke tech-
63