van het glas onversierd bleven en volkomen het karakter gaven van een kleurlooze glas-in-lood ruitjes gevulde raamopening, vanuit het midden versierd met een fraai ornament. De hervormden konden hierover tevreden zijn. Het geschilderde glas bleef volkomen helder en licht, wal ze in hun gewitkalkte kerkinterieur precies konden ver dragen. Behoudens een paar uitzonderingen is men dit beginsel dan ook trouw gebleven tot in het einde der 18e eeuw. De techniek van enkele glazen in de kerk te Edam is nog volkomen gelijk aan die der Goud- sche glazen. Ook hier zijn de gekleurde gedeelten verkregen door ze uit platen gekleurd glas te snij den. Voornamelijk betreft dit de kleuren blauw, rood, groen en purper en dan nog spaarzaam ge bruikt. Belangrijker partijen zijn mooi goudgeel gekleurd door het inbranden van zilvernitraat en andere gedeelten van vleeschkleur tot bruinrood door het aanbrengen en inbranden van antiek- rood. Vaak is de kleur van dit antiekrood nog opgevoerd door aan den buitenkant van het glas zilvergeel te branden. De sterke kleuren werden alleen gebruikt voor de heraldische motieven, voor een enkele bloem of vrucht in een guirlande, voor een baldakijn of in het gewaad van een allegorische figuur. Spaar zaam gesprenkeld tusschen de grisaille schilde ring. Maar bijna gelijktijdig werd het gebruik van ge kleurd glas vervangen door gekleurde emailver- 60

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 64