stipt aan de bepalingen en plaatsten bijna zonder
uitzondering het wapen of een combinatie van
meer wapens, midden in het glas, met daarom
heen een ornamentale vulling, samengesteld uit
de toen gangbare motieven, symmetrisch gerang
schikt om de loodrechte middellijn van het ven
ster.
De eerste voorbeelden daarvan zagen we reeds in
Gouda, bij de glazen welke na de kerkhervorming
werden aangebracht.
In Edam is men hierop doorgegaan. Daadwerke
lijk, omdat het glas, in 1606 door de stad Haar
lem aan Edam geschonken, werd uitgevoerd naar
het carton door Thybaut voor het Haarlemsche
Damiate-glas in Gouda. Zoo werd ook het glas
van Dordrecht een copie van het Goudsche ge
lijknamige glas. Maar bovendien werd Edam een
voortzetting van Gouda, omdat de eerste glazen
van Edam en de laatste van Gouda door denzelf
den kunstenaar werden ontworpen.
Het was Isaac Nicolay van Swanenburgh die het
eerste glas voor de Groote kerk van Edam tee-
kende, gevolgd door nog een viertal andere. Zijn
glazen kunnen als typeerende voorbeelden van
17e-eeuwsche glasschilderkunst gelden. De gla
zen uit dit tijdperk zijn minder glorieus dan die
van de gebroeders Crabeth. Geen pralende schen
kers en kleurrijke tafereelen werden nu op de
glazen afgebeeld, maar eenvoudig een decoratie,
waarvan de kern gevormd werd door een wapen.
Dikwijls moesten de schenkingen uit bescheide
ner beurs betaald worden, waardoor gedeelten
59