geboorte van Johannes" en „Christus bij de
Schriftgeleerden".
Van Noort trok vrij spoedig naar Antwerpen en
zocht samenwerking met den Antwerpenaar Dig-
man Meijnaertse. De compositie van hun glazen
is overeenkomstig die van de Gebr. Crabeth, maar
de uitvoering blijft oppervlakkiger en minder
gevoelig van kleurkeuze.
Hetzelfde kan worden gezegd van twee glazen in
de Oude Kerk te Amsterdam, welke worden toe
geschreven aan de combinatie Van Noort-Dig-
man. Op het eerste glas is afgebeeld „De bood
schap aan Maria en de ontmoeting met Elisa-
beth", op het tweede glas „De aanbidding der
herders".
Vooral in deze kerk is hun werk goed te vergelij
ken met het kleine glas van Dirck Crabeth, maar
we mogen daarbij niet vergeten dat de beide gla
zen van Van Noort ingrijpend zijn gerestaureerd.
De firma de Angelis in Brussel „vernieuwde"
beide glazen in 1761—1763 in ruil voor turf-
asch (zie bij de 18e eeuw), terwijl Gerard van
Houten in 1701 betaling ontving voor het schil
deren van „diverse stucken in de konstige geschil
derde glasen in de Oude Kerk". Deze post, groot
662.—.10, wijst erop, dat ten tweeden male
„vernieuwingen" in de glazen werden aange
bracht.
Het laatste glas dat vóór de Hervorming in de
St. Janskerk te Gouda werd aangebracht is van
de hand van Willem Willemsz Thybaut, een be-
47