waar de uitgebeelde geschiedenis zich afspeelt.
In een paar tinten grisaille, bruin en grijs-achtig,
is op kleurloos glas (zacht groen-achtig dus) een
rijk gedetailleerde architectuur geschilderd. Waar
de gelegenheid zich voordoet zijn, volgens Itali-
aanschen trant, op de bouwkundige onderdeelen
ornamenten aangebracht om hierdoor de moge
lijkheid te scheppen de grisaille ruimschoots met
een prachtig goudgeel op te fleuren. Ter hoogte
van de afgebeelde gewelven is het bouwwerk tot
een ruïne verbrokkeld, waardoor vlekken zacht
blauwe lucht het grijs komen afwisselen. Het fijn
blauwe glas dat voor de lucht is gekozen gaat door
tot boven in de traceering, maar ook dit beduiden
de vlak is weer onderverdeeld door wolken en
zonnestralen, door sterker gekleurde bazuinende
engelen, door wapens, schriftlinten en emblemen.
Is de achtergrond van de voorstelling een land
schap dan blijft de kleurbehandeling vrijwel de
zelfde; vrij sterke licht en donker-contrasten,
overal levendig gedetailleerd en nergens zoo
kleurrijk dat het belangrijkste gedeelte van het
glas de handeling geschaad wordt. De han
delende personages geven ruimschoots gelegen
heid tot het aanbrengen van prachtige kleuren.
Gewaden van purper, hoogblauw en diep rood,
onderbroken door matgroen en roodbruin, for-
meeren een gloedvolle kleurvlek, volkomen in
bedwang gehouden door de grisaille-bewerking
en door tusschenvoeging van meer neutraal ge
kleurde gedeelten. Het 16e-eeuwsche glas is dus
niet „bont" gekleurd, maar wel kleurrijk.
43