de glasstukjes gepenseeld, nauwkeurig de teeke-
ning volgend, schrijft Theophilus. De contouren
met onverdund licht afsluitende lijnen, terwijl met
verdunde grisaille de schaduwen werden aange
bracht, half doorschijnend; grijs of bruinachtig
dus.
Gebruikelijk is het de glasstukken te beschilderen
op een z.g.n. „lichtbak". Tijdens het schilderen
moet er licht door het te beschilderen glas schij
nen. In vele gevallen ook worden hiertoe de glas
schijven met druppels kleefwas op een blanke ruit
gehecht, welke dan tegen het licht kan worden
opgesteld.
De glasverf grisaille bestaat uit één of ander
metaal-oxyde, vermengd met licht smeltbaar
vloeiglas. Als bindmiddel kan een weinig Arabi
sche gom of suiker worden toegevoegd, waardoor
het met water te verwerken is en tijdens de bewer
king elke retouche toelaat, zoowel het oplichten
van de verf met een harden borstel als het krassen
van arceeringen met een puntig houtje.
In den loop der eeuwen onderging de glasschil-
derverf ingrijpende veranderingen; hieruit vloei
den nieuwe mogelijkheden voort met als gevolg
daarvan geheel andere composities. Aanvankelijk
was er geen andere keuze dan zwarte en bruine
grisaille. Elk kleurtje in het raam is dus een stukje
gekleurd glas, door lood omzoomd. Zoo een glas,
samengesteld uit reeksen medaillon-achtige tafe
reeltjes en elk tafereel gemaakt van een groot
aantal stukjes, was als het ware een fijn netwerk
van loodstrippen.
19