Ook voor het plat maken van een glazen bol zijn kunstmiddeltjes noodig en omdat glas telkens weer zacht en buigzaam gemaakt kan worden door het iederen keer weer opnieuw te verwar men, laat het zich de bewerking ondergaan welke op fig. 2 is voorgesteld. Het aldus verkregen glazen plaatje vertoonde na tuurlijk alle sporen van deze bewerking; het is plotseling verstarde vloeistof gebleven alsof er nog beweging zit in de glasharde massa. Boven dien maakt deze bewerking het „glasplaatje" on gelijk van dikte, zoodat wanneer het gekleurd glas betrof tevens een lichter of donkerder kleur ont stond naarmate het glas dunner of dikker was. Een meer bekende werkwijze om „vlakglas" te maken is de „uitslingermethode". Een dik vloei bare glasmassa aan het uiteinde eener blaaspijp werd „uitgeslingerd", zooals de schipper zijn zwabber droogslingert. De aldus verkregen glas schijf z.g.n. „Butzen" werd dan van de blaas pijp gebroken waardoor een litteeken zichtbaar bleef in de dikke middenkern. Vooral in Zwitserland en Duitschland zien we deze butzen of flesschenbodems als afgebroken voetjes van wijnglazen, direct tegen elkaar in lood gevat tot een glaspaneel samengevoegd, met op vullende stukjes glas daar, waar de loodcirkels elkaar niet raakten. Ook op schilderijen van Hollandsche meesters zien we een enkele maal een lichtopening met butzen dichtgemaakt, maar voor ons zijn van meer belang de uitgeslingerde schijven van een zoo- 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 15