tot het vaststellen der namen van ontwerper en uitvoerder. Oude glazen zijn zelden gesigneerd. Als hem de gelegenheid geboden wordt oude archieven te raadplegen om meer gegevens over de gebeurtenissen van het glas op te sporen, mag dit onderzoek niet nagelaten worden. Afschriften van deze gegevens behooren door den hersteller te worden verstrekt aan den eigenaar van het oude glas en aan het Rijksbureau voux de Monu mentenzorg te 's Gravenhage. Daarna kan met de technische werkzaamheden worden begonnen. In hoofdzaak bestaat dit uit twee behandelingen: le. Het verwijderen der oude loodstrippen en het „stofschoon" maken van het oude glas. Dit is een delicaat werk. Bij kerkglazen komen op ruitjes soms centimeters breede witkalkstrepen voor, die heel moeilijk te verwijderen zijn zonder de brandschilderverf te beschadigen. Schoonma ken met zeep of zwakke zuren moet beslist ont raden worden. 2e. De oude ruitjes weer opnieuw in lood zetten. Geen snippertje oud glas mag uit het paneel weg gelaten worden; alle gebroken stukken glas wor den met smalle loodjes in het stramien van de breede loodstrippen vastgezet. Tusschen de behandeling onder 1 en 2 genoemd blijft dan echter juist het meest belangrijke ge deelte van de herstelling over. A. Wat te doen indien de oude glasverf niet vol doende vast op het glas is ingebrand, zoodat van 128

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 132