Zij beiden hebben weer aangetoond hoe prachtig
het materiaal is, wanneer het door kunstenaars
handen wordt verwerkt, maar bovenal mogen wij
er hen dankbaar voor zijn, dat zij de kunstenaars
hebben aangespoord het glasschilderen weer als
„kunst" te erkennen.
Evenals Der Kinderen, bewonderde ook Roland
Holst de Middeleeuwsche glasschilderkunst en
daarvan in het bijzonder de vroeg Middeleeuw
sche glazen. De gloedvolle, diep gekleurde gla
zen in de kathedraal te Chartres bleven niet zon
der invloed op zijn werk. Vooral zijn vroegste
glazen b.v. Lyceum te Amsterdam en Postkantoor
te Haarlem, getuigen daarvan. In het latere werk
van Roland Holst wordt de teekening der lood-
strippen soepeler, waaraan zich een minder ver
strakte détailleering volkomen aanpast. De oma-
mentale gedeelten in zijn glazen vertoonen een
zeer persoonlijk karakter, gecomponeerd uit een
stramien van in het vlak geconstrueerde lijnen.
Roland Holst beschilderde ook zelf het glas, waar
door meesterlijke détails in zijn glasschilderingen
zijn aan te wijzen.
De wijze waarop Roland Holst het glas beschil
derde was eveneens heel persoonlijk. De vóórdien
gebruikelijke manier om de beschildering door
twee bewerkingen (contour- en overtrektechniek)
tot stand te laten komen, waardoor dus bij de
eerste bewerking rekening gehouden moest wor
den, dat dit nog een nabewerking moest onder
gaan, kon hem niet bekoren. Precies als op den
lithografischen steen, schilderde Roland Holst
121