Eerst in onze dagen is de belangstelling voor glas
schilderkunst levendig geworden.
Een serie afbeeldingen van belangrijke glasschil
deringen uit de eerste helft der 20e eeuw zou
ongetwijfeld dit boekje verrijken, doch ik moet me
dwingen het werk van nog levende meesters bui
ten beschouwing te laten. Dit is te meer jammer,
daar zich in het Zuiden van ons land een glas
schilderkunst ontwikkelde, waarvan Joep Nico-
laas het middelpunt vormde.
Hun uitingen zijn minder gebonden dan die van
de hiervoor genoemde pioniers. Een verschil dat
overeenkomt met het verschil tusschen Middel-
eeuwsch en Renaissance.
Wij zullen ons dus bepalen tot een vijftal groote
kunstenaars, waaraan de opbloei van de glasschil
derkunst grootendeels te danken is.
Allereerst was dit:
A. J. Der Kinderen (1859—1925)
die in samenwerking met de groote architecten
Berlage en de Bazel zijn talent beschikbaar stelde
voor de toegepaste kunst, om ten slotte als Direc
teur van de Rijks Academie voor Beeldende
Kunsten te Amsterdam de gelegenheid te krijgen
zijn liefde voor de monumentale kunst aan de
jeugdige kunstenaars over te dragen.
Der Kinderen voelde zooveel drang de techniek
te leeren kennen, dat hij persoonlijk zijn glas in
het buitenland kocht, een atelier voor het glas-
bedrijf inrichtte en zelf zijn glasschilderingen
ging branden.
119