de glasschilderkunst in de tweede helft der 18e eeuw er voor stond. Des te merkwaardiger is het daarom, dat de drie wapens beduidend beter geschilderd en deugde lijker van techniek zijn; sommige onderdeelen hiervan zijn niet minder dan de beste uit de 16e eeuw. Men zou bijna geneigd zijn te veronderstel len dat deze wapens ouder zijn dan omgeving en cartouche, maar in dat geval zouden de onder schriften hiermede niet overeenkomen. Indien we van bovenvermelde nog bestaande 18e- eeuwsche kerkglazen een samentelling maken, dan dringt het tot ons door hoe gering dit aantal is in vergelijking met de 17e eeuw, n.1.: In Gelderland2 glazen In Groningen 4 glazen In Noord-Holland 7 glazen In Zuid-Holland 10 glazen. Hierbij kan nog worden opgemerkt, dat verschil lende glasschilders deze glazen hebben vervaar digd; niet alleen omdat een zestal glasschilders namen bekend zijn, maar bovendien is dit vast te stellen door vormgeving en technische ver schillen. Natuurlijk geven de hierboven vermelde cijfers geen zuiver beeld van wat er in de verschillende provinciën te doen is geweest. Er waren veel meer glazen waarvan in verschillende verzamelingen nog meer of minder belangrijke overblijfselen aan te wijzen zijn. Het zou aanbeveling verdienen alles te catalogiseerenook datgene wat zich in 110

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 114