Oosthuizen (N.-H.), Herv. kerk, fragmenten van
een glas uit 1730, voorstellende wapenschilden
met daarin opgenomen motieven van ambacht en
beroep, ter vervanging van een familiewapen en
afgewisseld met „sprekende" wapens, zooals bij
voorbeeld een passer in het schild van Pasman.
De schilden zijn omgeven door een palmachtig
ornament. Volkomen overeenkomstige ornament-
deelen zijn terug te vinden in een paar glazen van
de kerk te Edam. Zoo is daar aan het glas, door
Haarlem in 1607 geschonken, een restauratie
verricht in 1715. De toen regeerende burgemees
ters van Edam namen deze gelegenheid te baat
om hun wapens in dit glas te laten opnemen.
Evenzoo werden in datzelfde jaar de wapens van
een viertal kerkmeesters opgenomen in het glas
door Dordrecht geschonken. Al deze wapens zijn
omgeven door hetzelfde ornament als dat van de
fragmenten in Oosthuizen.
Volgens het kerkelijk archief van Edam zijn deze
wapens geschilderd door Jan Jansz Slob, glas
schrijver te Hoorn. Slob verrichtte jaren achter
één herstellingen aan de glazen te Edam en woon
de zelfs later in Edam. Ook zijn zoon Claes Slob
komt als glasschilder in de kerkelijke uitgaaf-
boeken voor.
Hoorn. De Oosterkerk is in het bezit geweest van
een gildeglas uit 1741. Drie paneelen hiervan
zijn bewaard gebleven, dat van de blikslagers, de
tinnegieters en de slotenmakers. Deze paneelen
bevinden zich thans in de Groote kerk te Haar-
103
