93 HOOFDSTUK IV AANVULLINGEN EN AANTEEKENINGEN B ij B 1 z. 9. De Goedroen-sage is in een zeer interessante en lezenswaardige bewerking van J. A. Slemkes onder den titel „Goedroen de Koningsbruid" verschenen bij W. J. Thieme te Zutphen (1934). Vooral het verweven van middel-Nederlandsche tekstgedeelten door den modernen tekst verleent aan dit werk een bijzondere bekoring. Bij B1 z. 10. De snelheid der strooming langs de kust. Op 1 October 1937 zonk het Fransche stoomschip Briseis ten noorden van het Kanaal-eiland Guersney. Het schip was geladen met vaten wijn waarvan er eenige in Januari d.a.v. aan de Nederlandsche kust aanspoelden. Deze vaten hadden dus in ongeveer 100 dagen 500600 km afgelegd, gemiddeld dus 56 km per dag. (Algem. Handelsblad 23-IIK1938). Bij Blz. 13. De verlegging van den loop der rivieren in westelijke richting. De Rijn stroomde van Wijk bij Duurstede in Noordwestelijke richtingde Lek was aanvan kelijk een onbeduidend stroompje, dat echter steeds verder werd uitgcschuurd door de werking van eb en vloed, en reeds voor 863, toen de Rijn na een stormvloed zich een weg baande door de Lek naar het westen, tot een vaarwater van eenige beteekenis was geworden, zoodat de scheepvaart van Engeland gedeeltelijk daarlangs kon worden geleid. Dorestad zou daaraan haar beteekenis als stapelplaats te danken hebben gehad. Uit het hieronder volgend lijstje van de overvaarten der zendelingen uit Groot-Brittannië blijkt, dat in de achtste eeuw echter nog een groot gedeelte van het verkeer langs Utrecht ging. (Vergel. J. Dirks Koophandel der Friezen Utrecht 1846, blz. 165). 677 Wilfrid steekt naar Friesland over. 686 Wigbert volbrengt denzelfden tocht.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 95