dat de geloovigen het „Onze Vader" en het „Credo" kenden. Bertold van Regensburg (overleden 1272) voegt daaraan toe„kunnent sie daz ave maria dar- zuo, daz ist vil wunderguot". Merkwaardig is nog, dat bisschop Adelbricus 840) zich naar Walcheren en later naar Holland en Friesland begaf, om daar de ketterij, en in het bijzonder het Arianisme, te bestrijden. Het moge be vreemding wekken, dat in deze, eerst in de achtste eeuw gekerstende streken, het Arianisme nog invloed haduit een, door Adelbricus in het Latijn opge stelde geloofsbelijdenis over de Drieëenheid, welke in alle parochiën openbaar moest worden voorgelezen, blijkt echter, dat de leer van de Drieëenheid nog steeds het struikelblok vormde, dat vele geloovigen tot ketterij bracht. Het volk is lang na zijn bekeering het heidendom nog innerlijk trouw gebleven. Tot op den huidigen dag zijn de sporen daarvan terug te vinden. De namen van sommige dagen der week herinneren eraan Woensdag Wodansdag, Donderdag, Donarsdag, Vrijdag Freya's dag. Wodan (Odin) was de Ger- maansche krijgs- en zonnegod. Twee raven verge zelden hem voortdurend. Verschillende heiligen heb ben trekken van hem overgenomenin de veertiende eeuw wordt in een heiligenboek de Angelsaksische heilige Oswald, die omstreeks 600 geleefd heeft, afge beeld met twee raven, die zijn hoofd omzweven. Vele aan hem gewijde kapellen en kerken staan op plaatsen waar vroeger Wodan aanbeden werd. St Nicolaas rijdt op een wit paard over de daken, evenals Wodan op zijn ros Sleipnir door het luchtruim reed. Donar was de dondergod, die den bliksemhamer slingerde, die na iederen worp weer in zijn hand terugkeerde; de haan was een aan Donar gewijd dier, dat wij nu 82

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 84