voor geestelijk leven was er niet. Men kende de uit werking der physieke krachtde moreele kracht, waarmee de eerste Christenpredikers bezield waren, was vrijwel geheel nieuw. De prediking der eerste weerlooze zendelingen moet grooten indruk gemaakt hebben op de vijandig gezin de bevolking. Onverschrokken werden de oude goden gehoond en afgodsbeelden vernield, doch de wraak welke het volk van zijn goden verwachtte bleef uit: geen bliksemstraal trof den beleediger, geen plotse linge dood verhinderde hem verder te werken. Het kwam voor, dat de weerbare mannen meenden zélf het instrument der beleedigde göden te moeten zijn. Dreigend naderden zij dan den priester en zijn hel pers, doch voor den standvastigen blik der vreemde lingen. die met opgeheven crucifix afwachtten, lieten de aanvallers de wapenen zinken. Het nedervellen van zulke weerlooze lieden werd als een lafhartige daad gevoeld. Een enkele maal gebeurde het, dat een al te driftige hand toch de speer slingerde, of een zwaren bijslag richtte naar den priester, en zoo de geslagen wonde doodelijk was, werd de krijgsroem van den aanvaller niet vergrooteerloos voelde hij die gewoon was dapper man-tegen-man te strijden zich, nadat hij dezen vreemdeling geveld had. En wanneer dan na verloop van maanden wederom een Christen prediker dezelfde streken naderde, was er geen eer baar man te vinden, die bereid was de wapenen tegen dezen weerlooze op te heffen. Soms werden op bijzondere wijze de moeilijkheden overwonnen, die de bekeering met zich bracht. Een brief, dien Paus Grcgorius de Groote gaf aan de zen delingen, die naar Engeland trokken, om Augustmus te helpen, die reeds vroeger daarheen was gegaan, om de Angelsaksen te bekeeren, bevat de volgende opdracht: „Gij zult hem (Augustinus) zeggen, dat 79

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 81