schen beide partijen overleg zijn gepleegd, waarbij de Heeren van Britten en Wassenaar het burggraafschap van Leiden aanvaardden, terwijl graaf Dirk van Hol land den Brittenburg mocht slechten. Kort nadat dit was geschied, zijn de grondvesten van den burcht door de zee verzwolgen. Deze overlevering vindt haar bevestiging in het feit, dat de burcht van Leiden chronologisch de opvolger is van den Brittenbrug bij Katwijk, Verder naar het noorden zijn langs de kust geen verdere steunpunten voor de verdediging meer bekend. Wel lag in het latere graafschap Nifterlaken aan den mond van de A, een riviertje, dat naast de Vecht in de Almere mondde, de burcht Amuthon. Op de grondvesten daarvan is later het Muiderslot opgetrokken, dat met zijn ronde torens op de hoeken van het ommuurde vierkant nog duidelijk de grond slagen van een Karolingischen burcht vertoont. Hier is gedurende eenigen tijd Walger, zoon van Gerolf en broeder van Dirk, den eersten graaf van Holland, kasteelheer geweest. Dieper in het land, bij Leiden ter plaatse waar de Corbulo-gracht in den Rijn uit mondde, heeft sinds zeer oude tijden een kasteel gele gen, Rodenburg geheeten. Holwerda heeft den grond slag van dit kasteel als Karolingisch herkend, en ook de bewoning door een oud-adellijk geslacht wijst erop, dat dit kasteel voor de landsverdediging tegen de Noormannen is opgericht. Daar de grondslagen van den Brittenburg, het slot Muiden en Rodenburg van steen waren opgetrokken, is het waarschijnlijk, dat dit met alle kasteelen van de kustverdediging het geval is geweest. Zulke steenen burchten behoorden toen nog tot de zelfzaamheden. In de tiende eeuw waren er naast de genoemde nog slechts weinig steenen burchten in Noord-NederlandTiel had een steenen kerkfort, evenals Groningenhet kasteel van de bis- 60

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 62