beter. En welk een lawaaiDe schapen blaten, de run deren brullen, de honden blaffen, op het veld schreeu wen de werklieden, de wagens en karren knarsen. Bij ons thuis, daar wij dicht bij het bosch wonen, hoort men de wolven huilen. Iedere dag brengt zorgen voor den volgenden, steeds is er bedrijvigheid en onrust. Is het een slecht jaar, zooals in onze onvrucht bare streek maar al te vaak voorkomt, dan stijgt de nood ontzettend hoog, dan heerscht overal armoede; dan is er ieder uur iets, dat iemand beangstigt, ver wart en terneerslaat." Van de wijze waarop het volk gehuisvest was kan men zich een beeld vormen bij het bezichtigen van een „los hüs", zooals er in Twente in een latere en royale uitvoering nog eenige bewaard zijn gebleven. Het woonvertrek en de stalling van het vee waren in één ruimte ondergebracht, waardoor men 's winters beter tegen koude beschermd was. Men sliep op banken, en soms ook wel op den grond in de woon ruimte, bedsteden kende men toen nog niet. Een tafel en eenige banken, een ijzeren pot en ketel, wat aarden potten, schalen en kruiken, vormden met een aantal houten lepels vrijwel het geheele huisraad van het boerengezin. Men kookte op een houtvuur, gestookt in een kuil in den estrik-vloerde rook, voor zoover hij niet bleef hangen in de bedompte ruimte, verdween door een opening in het dak. De tegen den wand geplaatste schouw met schoorsteen kwam eerst veel later in gebruik. De graven van Holland hadden door de voortdurende oorlogen met de Friezen en later met het Bisdom Utrecht een groote behoefte aan ridderlijke strijd krachten. Reeds vroeg was men er in Friesland en waarschijnlijk ook in Holland toe overgegaan om een indeeling te maken, waarbij het bezit aangeno- 54

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 56