slachten tot in de vijftiende eeuw geweest is, blijkt uit een brief van den bisschop van Utrecht van 27 Dec. 1414- waarin de verkiezing geregeld wordt van de „burgemeister, scepen, raet ende goitshuse- beraders" te Bunschoten. Er zijn aldaar drie „maes- scappen" geslachten dus en wel die van Heijnge, Oelmans en Keuterlinge. Ieder dezer ge slachten kiest ieder jaar vier nieuwe schepenen en drie raden. Wie tot meer dan één dezer geslachten behoort, mag kiezen tot welk hij voortaan behooren zal; wie tot géén der drie geslachten behoort, mag zich bij één ervan aansluitendoet hij dit niet, dan blijft hij buiten de verkiezing. Wanneer men het staatsbestel der Germaansche stammen, en dan speciaal dat der Friezen, met moderne termen zou willen omschrijven, dan zou men het kunnen noemeneen democratie, aan wier hoofd een volkskoning stond en wier ongeschreven wetten voortleefden in de eeuwenoude tradities van het ge woonte-recht. Een dergelijke staatsvorm kan in wezen niet anders zijn dan conservatief. Waarschijnlijk had deze eeuwen-oude vorm zich nog zeer lang kun nen handhaven en zelfs de invoering van het Chris tendom kunnen trotseeren, indien niet een andere macht was gekomen, geheel vreemd aan het wezen der Germaansche volksgemeenschap. Deze macht was het Frankische Rijksgezag, dat zijn idealen ontleende aan het Oude Romeinsche wereldrijk. Na de verovering van Gallië door de Germanen was, uit een poel van bloed, verraad en ellende, een Fran kisch heerschersgeslacht naar voren gekomen, dat met medewerking van de Kerk en haar Geestelijkheid ein delijk erin slaagde, orde te brengen in de anarchie en een centraal gezag te vestigen. In dit Frankische Rijk, hoe weinig verheffend zijn geschiedenis ook 43

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 45