HOOFDSTUK II HET VOLK EN ZW HEERSCHERS De Germanen hadden vele eeuwenoude, in het volk verwortelde, tradities. Vooral bij de Friezen, die, door de moerassen van Drente, de wateren van de Almere en de groote rivieren beschermd, weinig van de stor men der Volksverhuizing te lijden hadden, hebben deze tradities zich tot diep in de middeleeuwen kun nen handhaven. Door de Romeinsche schrijvers worden de Germanen uitgebeeld als verwoede strij ders, die in den slag door hun vrouwen werden aan gemoedigd. Voor de stammen, die gedreven werden door den geheimzinnigen drang naar het westen dien men de Volksverhuizing noemt, en die voortdurend trachtten de vruchtbare gronden van Gallië te ver overen, moge dit beeld juist geweest zijn, voor de Friezen echter was dit niet het geval. Wel hebben de Friezen na het jaar 400 hun gebied uitgebreid langs de Hollandsche kust tot in Zeeuwsch-Vlaande ren, en zij hebben, als geduchte zeeroovers, deel ge nomen aan de verovering van Engeland door de An- gelen en Saksen, maar de kern van het Friesche volk was slechts bereid ten strijde te trekken, wanneer eigen grenzen verdedigd moesten worden. De overgroote meerderheid van het volk bestond uit vrije boeren. Enkele geslachten hadden méér dan het gemiddelde grondbezit verworven en genoten hooger aanzien. Uit deze geslachten werden de aanvoerders 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 37