merman tot Amsterdam", die de kosten begrootte op 15.100.Hij kwam voor het werk zelf over naar Kampen, op 27 Mei van dat jaar, logeerde hier op kosten van den magistraat en bleef tot 24 No vember, toen het werk tot groote tevredenheid van de stadsregeering beëindigd was. De totale onkosten waren opgeloopen tot niet minder dan 19.217 car. gl. In de zestiger jaren van de vorige eeuw, werd de toren op een onoordeelkundige manier van een nieuwe om- metseling voorzien, waarmee de kans verloren ging, den toren zijn vroegere rank oprijzende gedaante te hergeven. In 1809 werd de kerk, die vanaf 1580 bij de Gere formeerden in gebruik was geweest, door koning Lodewijk Napoleon, tijdens zijn bezoek alhier, op 19 Maart, aan de JRoomsch Katholieken aange boden en na eenige aarzeling aanvaard, daar zij beschouwd werd als veel te groot voor de parochie en op een ongeschikte plaats, aan het einde van de stad gelegen en bovendien met den half afge broken toren en alle vensters eruit, „maar een hoop steenen" te zijn. Nadat echter koning Lodewijk den volgenden dag de kerk zelf bezichtigd had, vond hij deze in het geheel niet te groot voor duizend communicanten en beloofde hij bovendien de ge- heele kerk in orde te zullen laten brengen. Dat er van deze belofte, na de inlijving bij Frank rijk, niets terecht kwam, behoeft geen nader betoog. Het duurde zoo vele jaren, voor de aan goederen arme Katholieke Gemeente er een eenigszins bruik baar en bewoonbaar aanzien aan geven kon. Het is een verheugend verschijnsel, dat de ver fraaiing- met veel smaak tot den huidigen dag wordt voortgezet, waartoe veel van het 19de-eeuwsche gipsen beeldenmateriaal wordt opgeruimd en lang zamerhand vervangen door schoone werkstukken van hedendaagsche kunstenaars. 69

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 83