drie traveeën en een kooromgang met een krans van dertien ingebouwde kapellen; aan de noord- en oostzijde van het schip zijn twee vierkante portalen aangebouwd, waarvan het noordelijke, dat zoo'n mooie afsluiting vormt in het stadsbeeld aan het einde van de Oudestraat, in 1930, volgens ontwerp van het Rijksbureau voor Monumentenzorg, grondig gerestaureerd werd. Het eerste wat opvalt bij het binnentreden in de nu geheel wit gekalkte kerk, waardoor het metselver- band en de verschillende steensoorten (bak-, tuf- en zandsteen) niet meer te onderscheiden zijn, is de slank oprijzende vorm van den middenbeuk, die dan ook bij zijn betrekkelijk geringe breedte van 8 meter, een hoogte heeft van niet minder dan 26,5 meter. Ook dit is weer een bevestiging van het vermoeden, dat deze beuk gebouwd werd op de overblijfselen van een oude, kleinere kerk, waartoe de oorspronkelijke smalle grondslag gebruikt werd. Na den dood van „Meyster Herman den Steen- bicker", vinden we een contract van 1369, waarbij Rutger Michielsz van Ceulen door de Schepenen en Raad van Campen wordt aangesteld „tot eenen wercmeyster Santé Nyclaes Kercken en de Onzer Vrouwen Kerken onzer stat". Deze, „Rotgher van Colen", zooals hij daar genoemd wordt, had het vak grondig geleerd in de bouwhut van zijn vader, die medegewerkt had aan den bouw van den Dom te Utrecht. Hem werd toegestaan, om op denzelfden toren te gaan wonen, „dar Meyster Herman uppe plach te wonen". Deze Rutger moet als de ontwerper en bouwer van het koor en den kapellenkrans be- 64 Ter vergelijking enkele afmetingen van den middenJbeuk onzer grootste kerken: Dom te Utrecht: breed 10,70 M., hoog 32,00 M. St Janskerk te 's Bosch: 11,50 M„ 28,00 M. St Bavo te Haarlem: 15,50 M„ 28,00 M.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 78