dakrand aan. De kraagsteenen toch, waarop de postamenten van deze daktraceering rusten, zijn, wat de op de hoeken geplaatste maskers en het middelste masker betreft, nog van vóór den brand, terwijl de zes andere een duidelijk renaissance karakter dragen. Juist dit samenvloeien der motieven geeft een wonderlijke levendigheid aan het geheel. Het metselen van deze vernieuwingen duurde van 2 April 1543 tot 11 Februari 1544. Op oude afbeeldingen zien wij, hoe, in de 17de eeuw, aan dezen westgevel onder de beelden, op de plaats van het nu gladgemetselde muurvlak, zich een dubbele zandsteenen trap bevond, met opengewerkte leuningen en leeuwtjes, die wapenschilden hielden. Deze trap werd door den stadsarchitect Abraham Sorg in 1791 afgebroken, met het oog op de ver breeding van de straat en door een smallere trap met ijzeren leuningen vervangen. In 1899, bij de restauratie onder leiding van wijlen Dr P. J. H. Cuijpers, werd ook deze afgebroken, het toegangs poortje verwijderd en de muur dichtgemetseld. De noordelijke gevel heeft een fraaie en luchtige top- bekroning, zoowel door de schroeflij nvormige schoor steen en het doorgezette rookkanaal, typeerend voor de laat-Gothiek, als door de pinakels met bogen en kruisbloemen op de ingemetselde, zandsteenen stijlen, die dateeren van de restauratie in 1895. De vier zandsteenen kruisvensters werden in 1916 aangebracht. Vroeger stond op het pleintje vóór dezen gevel de kaak, van zandsteen gebouwd, die op talrijke oude afbeeldingen voorkomt en aan het einde der 18de eeuw afgebroken werd. De oostelijke gevel, waar aan de zuidzijde het Schepentorentje is aangebouwd, werd in 1915 ge restaureerd. Het muurwerk van dezen toren onder vond bij den brand van 1543 de minste schade en 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 50