schenliggnde kinderbalken en typische indeeling der woon- en winkelruimte, werd nu afgebroken en her- houwd op een manier, die den naam „restauratie" niet meer dragen mag. Het buitengewoon onharmonisch geheel, dat bij den nieuwen bouw ontstond door de in tweeën verdeelde, inspringende onderpui met groote spiegelramen onder den quasi-behouden gebleven bovengevel, is eerder een bespotting van „zorg voor onze monu menten", dan een gewetensvol bewaren van wat in den ouden, zelfs vervallen toestand tenminste mocht gerekend worden tot een kunsthistorisch belangrijk overblijfsel van 17de eeuwschen huizenbouw. Wij besluiten met het noemen van nog enkele gevel- steenen. „Christus, gebogen onder het kruis,, op weg naar Golgotha" in den gevel van het vroegere tehuis voor pestlijders, reeds in 1498 genoemd op deze plek, toen „de Belt" genaamd, later na verbouwing en aan brenging van dezen gevelsteen (1538), de „Nye Belt, genaamd Calvariën", ook wel Pestengasthuis. Nu ge deeltelijk bureau Noord-Oostpolder, aan het begin van den Vloeddijk, bij de Oorgatsbrug. Het „Paradijs" een voorstelling van Adam en Eva, met de slang, de boom, de appel en verschillende dieren, in den gevel van het hoekhuis Broederstraat en Boven-Nieuwstraat, een buitengewoon fijn ge beeldhouwd steentje. De steen met een zwemmende zalm, in de Schapen- steeg, hoek Burgwal, draagt het opschrift: Alst Gods behagt Beter Benit Als Beklagt 1627. Tenslotte willen wij niet nalaten nog een bijzonder fraaien steen te vermelden, die indertijd aangebracht 100

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 120