den, en die vergunning werd nu geweigerd, omdat
er gevaar voor broeiing zou bestaan. De vertoorn
de heer De Kater wreekte zich door het pand op
zettelijk te verwaarloozen, terwijl hij in een uit
voerig opschrift Leviticus 19, vers 15, aanhaalde.
En toen in 1875 het genoemde K.B. werd inge
trokken, triomfeerde hij op ostentatieve wijze.
Deftig in het zwart met hoogen hoed liet hij de
eerste zak kolen, met bloemen bekranst, onder mu
ziek binnendragen. Het was het hoogtepunt van
de kermis. Zeven jaar later kreeg het gebouw zijn
huidige gedaante.
Aan D 371 merken we een bronzen slotplaat op
met den geliefden dolfijn (17de eeuw). Zeer aan
trekkelijk is de ingang van D 370 met de fijne
rococo-zijlichten. We steken het Kraanplein over
(genoemd naar den kraan, die hier vroeger koop
mansgoederen loste) en komen in het Havenpark,
de in 1891 gedempte voortzetting van de Oude
Haven. Een zeer royaal gebouw is hier D 438,
thans als zetel van het waterschap de „Kamer
's Lands van Schouwen" geheeten. Het hardstee-
nen front verwijst ons weer naar de tweede helft
der 18de eeuw, toen de rijke heeren met dit dure
materiaal pronkten. Burgemeester J. C. van den
Broeck heeft op de gebruikelijke wijze twee hui
zen samengetrokken (1760—1763). Van 1910 tot
1937 was er een sigarenfabriek gevestigd, maar
nu is het huis in ouden luister hersteld. De gang
is geplaveid met doorgesneden marmeren platen,
die aldus een symmetrisch ornament vertoonen,
71