weinige nieuwe huizen in de rij schijnen achter
over te leunen. Dit is echter gezichtsbedrog: zij
staan keurig in het lood, maar de oude gevels zijn
alle iets voorover „op vlucht" gebouwd. De reden
van dit voorover bouwen ligt niet in de doelmatig
heid of in de technische volmaking, doch in aesthe-
tische richting: de beschouwer krijgt een mooier
beeld, als hij het bovenstuk van den gevel niet te
zeer in de verkorting ziet. De regentenwoningen
hebben met haar rechte door consoles gesteunde
gootlijsten, vaak van een jaartal voorzien, een
18de-eeuwsch voorkomen. Zij bewijzen, dat in die
veelgesmade eeuw in Zieriksee nog heel wat geld
verdiend werd, al was het roemrijkste tijdperk der
stadsgeschiedenis allang voorbij. Op enkele willen
wij hier in het bijzonder de aandacht vestigen.
Daar is dan in de eerste plaats „De witte Swaen"
van 1658, gebouwd door een wijnsteker, wiens
vrouw in eerste huwelijk met zijn collega Jan
Swaen verbonden was geweest, naast het Vrij-
poortje. De pilastergevel met een top, die het
midden houdt tusschen een trap en een hals en
klauwstukken bezit in den vorm van dolfijnen,
doet denken aan Philip Vingboons en is door zijn
onmiskenbaar Amsterdamsch karakter in Zierik
see een vreemde eend in de bijt. Pilasters zijn ver
der alleen nog te zien in de Poststraat: C94( 1663)
en C 97. Het huis naast „De witte Swaen" vertoont
prachtige ankers. Voor A 335 zien we een steenen
stoepbank, waarop de eerzame burger na vol
brachte dagtaak een gemoedelijke pijp rooken kon.
66