Sterkte, Matigheid en Voorzichtigheid) en daar
tegenover Gerustheid en Overvloed, als zinnebeel
den van een wijs stadsbestuur. Het tweede beeldt
de hoofdneringen der stad uit: visscherij, land
bouw, handel en zoutziederij. Behalve portretten
uit de koninklijke familie hangt er een schilde
rijtje van een bepruikten heer. Dat is Pieter Mog-
ge. Hij dankt deze eer niet aan het feit, dat hij
meermalen burgemeester was (Zieriksee bezat tot
1827 twee burgemeesters, die evenals de Romein-
sche consuls voor één jaar gekozen werden) en
tenslotte vele jaren afgevaardigde van Zeeland in
de Staten-Generaal, maar aan zijn formidabel ver
mogen, waarvan hij in 1743 420.000 bestemde
voor de stichting van een academie in zijn geboor
testad. Weliswaar is dit schoone plan gestrand op
het verzet van Leiden, dat geen mededinging
duldde, maar na veel geharrewar is het kapitaal
ter beschikking gekomen van het stadsbestuur. Uit
de rente is o.a. de hier besproken verbouwing be
kostigd, waarvoor de regenten 24.000 1200
per hoofd) uit eigen zak hadden voorgeschoten
tegen 3 rente. Die vroede vaderen zetelden
op de kussens langs de met verguld houtwerk af
gezette wanden (alles gerestaureerd in 1902), die
sindsdien zijn afgedaald tot publieke tribune. In
haar soort is de heele inrichting aangenaam voor
het oog, al zouden wij aan het „oude en ruwe" de
voorkeur geven.
Van dit oudere is nog iets te zien in de secretaris
kamer (zoldering). Ook voor deze kamer heeft
40