De oude gedaante wordt thans het dichtst bena
derd door de Zuidhavenpoort, die zich
boven een spitsbogigen doorgang verheft als een
dreigend vierkant gevaarte van rooden baksteen,
tallooze malen door kunstenaars afgebeeld. De
naam komt het eerst voor in 1442. Op eiken hoek
is een rond torentje met leien spits uitgebouwd.
Het hoofdgebouw wordt bekroond door een acht
kant open koepeltorentje (2de helft 16de eeuw,
vernieuwd in 1858) met een dolfijn als windvaan.
In dit koepeltje hing in de 17de en 18de eeuw een
klein carillon, waarvan tot 1943 twee klokken
waren overgebleven, die den tijd aangaven. De
slagklok is in 1550 gegoten door Peter van den
Ghein te Mechelen uit het metaal van een oudere
klok, die blijkens het opschrift 192 jaren in het
stadhuis gehangen had en door veelvuldig gebruik
versleten was, vermoedelijk dus de oude alarm
klok. In 1774 en 1779 is dd poort aan drie zijden
met nieuwen baksteen bekleed. Alleen de Noord
muur vertoont nog de oude Zeeuwsche moppen
met heelemaal bovenaan een tandlijst (eind 15de
eeuw?)Ook van de zandsteenen banden en hoek-
blokken, die den aanblik verlevendigden, is wei
nig overgebleven. De vensters zijn gewijzigd of
gedicht en het geheel is er dus niet mooier op ge
worden. In de weergang vlak onder het dak zijn
schietgaten uitgespaard. De talrijke ankers zijn
aangebracht in de 19de eeuw, omdat het gebouw
overal begon te scheuren. Aan de stadzijde geeft
een vierkante traptoren toegang tot de eerste
29