vensche Gat in 1838 maakte de reede tot een lig
plaats voor Oostinjevaarders, wier lading be
stemd was voor Dordrecht en Rotterdam. In 1871
brachten de loodsgelden 171.000 op en in 1874
woonden er 1933 menschen, misschien het hoog
ste getal, dat ooit bereikt werd en dat door dor
pen als Bruinisse en Nieuwerkerk wordt overtrof
fen. Het delven van den Nieuwen Waterweg be
groef echter alle illusies. Thans leven de 1200
inwoners hoofdzakelijk van den landbouw. De
haven is evenals die van Zieriksee voor een groot
deel gedempt.
Over de geschiedenis der dorpen kunnen wij kort
zijn. Het nu verdwenen gehucht Maye bij Drei-
schor was in de Middeleeuwen een druk door vis-
schers bezochte ankerplaats. Schippers uit Renes-
se worden in Engelsche havens vermeld, maar
vooral die van Westenschouwen, in de 15de eeuw
een belangrijke voorhaven van Zieriksee. De kro
niekschrijver Reygersbergh vertelt dat er 28
herbergen stonden, waar Rijnwijn geschonken
werd. Maar ook deze haven is verzand en de
voornaamste schippers verhuisden naar Zie
riksee. Het dorp verviel zeer snel. Lang stond
er nog de machtige steenromp van een toren, maar
ook die is in 1846 afgebroken. Hieraan is een
der weinige legenden verbonden, die op dit eiland
nog bekend zijn. De visschers zouden in hun net
ten een zeemeermin gevangen hebben en gewei
gerd hebben die aan haar gemaal terug te geven.
Waarop de zeemeerman zou hebben gedreigd:
21