Wij zouden nooit op de gedachte komen, dat Zie-
riksee gunstig zou kunnen liggen voor het wereld
verkeer. En toch is dit in de Middeleeuwen zoo
geweest door de nabijheid van Oosterschelde en
Gouwe, die bereikt werd door een kreek, waarvan
de Oude haven een rest is. Vermoedelijk ontleent
de stad haar naam aan die kreek als ee water)
van een overigens onbekenden Zierik of Sigerik.
Het stadrecht is afkomstig van Roomsch-Koning
Willem II (1248). De hoogste bloei werd bereikt
in de 14de en 15de eeuw, dank zij een uitgebrei-
den handel op alle landen van West-Europa en om
de Oostzee. Het belangrijkste uitvoerartikel was
zout, dat uit eigen bodem gewonnen werd door
het z.g. darincdelven. In de 15de eeuw begon men
ruw zout te halen uit Frankrijk en Portugal, dat
dan hier in de zoutkeeten gezuiverd werd. Een
andere specialiteit van het eiland was de roode
verfstof, die uit den meekrapwortel werd bereid.
Die kwam uitstekend te pas in de lakennijverheid,
die ook niet zonder beteekenis was. Veel handen
vonden werk in het oudvaderlandsche haringbe-
drijf. De visschers voeren tot bij de kust van Scho
nen aan de Sont. Zieriksee was de eenige Zeeuw-
sche stad, die evenals Kampen, Amsterdam en
andere steden van den Deenschen koning het recht
verwierf op een vitte of nederzetting met eigen
bestuur en rechtspraak op het schiereiland van
Falsterbo. Meermalen verschenen afgevaardig
den der stad op de vergaderingen van de Duit-
sche Hanze te Lubeck of te Straalsund. Omstreeks
13