len eeuwen lang toegedekt en zijn pas in onze eeuw
begonnen haar geheimen weer prijs te geven.
In het binnenland wierpen de oudste bewoners
vluchtbergen op om zich met hun schapen in vei
ligheid te stellen bij onverwacht hooge vloeden.
Enkele van die heuveltjes (er zijn er wel een veer
tigtal geweest) zijn nog over, o.a. even ten Noor
den van Zieriksee en bij het tramstation van El-
kersee. De afgraving van een vliedberg bij Dui-
vendijke heeft aangetoond, dat deze tijdens de
Romeinen nog nauwelijks boven het maaiveld uit
stak, maar in den loop der eeuwen herhaaldelijk
is verhoogd, zooals het tegenwoordig geslacht tel
kens weer hoogere vloedplanken moet opstellen.
Dit is ook de eenige heuvel, waarop menschelijke
bewoning is aangetoond. De andere woonheuvels
vermoeden wij in de dorpskernen, die zich met
kerk en kerkhof meestal eenigszins boven de om
geving verheffen. In hoever deze verheffingen
van natuurlijken of kunstmatigen oorsprong zijn,
is moeilijk vast te stellen.
Wanneer Schouwen is bedijkt, weten we niet pre
cies. Later dan in de 12de eeuw stellig niet. Toen
bestonden er echter al eenige plaatsjes. Een der
oudste is Kerkwerve, waar Willibrord de eerste
Christelijke kapel van het eiland heet te hebben
gesticht. Oud zijn ook Elkersee (vermeld in 1156)
en het nu verdwenen Bommenede (1165) ten
Noorden van Dreischor. Verreweg de meeste na
men duiken op in oorkonden uit de 13de eeuw,
maar kunnen toen al lang bestaan hebben. Noord-
11