dorpen „buitenslaan". In 1537 was het tamelijk
hoog gelegen Zuidland reeds bijna geheel weg
gevreten en begon men te vreezen, dat de zee zich
zou verbinden met de laaggelegen moerlanden in
midden-Schouwen en dan het eiland zou doorbre
ken. Dit onheil is ternauwernood afgewend In de
jaren 1553—1561 is voor het maken van inlagen
langs de Zuidkust niet minder dan 1.400.000
besteed, voor dien tijd een afgrijselijk bedrag.
In de 17de eeuw begon een tijdvak van meer ac
tieve verdediging door versterking van den onder-
zeeschen oever. Reeds in 1639 is op Schouwen
een zinkstuk neergelaten. Thans verzekeren de
ingenieurs met dit wapen eiken aanval van de zee
te kunnen keeren. Schouwen was ook de eerste
Zeeuwsche polder, die stoombemaling toepaste
en die glooiingen maakte van basalt (19de eeuw)
en van gewapend beton (20ste eeuw). Op zijn
kruin draagt de dijk een betonnen borstwering
(systeem-De Muralt, zoo genoemd naar den in
genieur, die later vooral als burgemeester van
Borculo bekend zou worden). Het waterschaps
bestuur is dus steeds bijzonder vooruitstrevend
geweest en dat mocht ook wel, want de polder
Schouwen is de diepste van Zeeland. Bij Seroos-
kerke ligt het land 2 meter onder den zeespiegel
en de geregeld doorgaande bodemdaling doet den
grond elke eeuw ongeveer 20 cm dieper weg
zakken.
Dit alles dient de belangstellende toerist te be
seffen, als hij, rijdende op den zeedijk, geniet van
9