laatsten wensch van Maria de Pottere (overleden
1650) ten behoeve van officiers- en dokterswe
duwen gesticht door haar echtgenoot John Con-
yers, een Engelsch officier. Nu worden ze be
woond door eenvoudiger lieden. Conyers was ook
de stichter van het grootsche grafmonument in
de St Lievensmonsterkerk te Zieriksee, waarvan
hierboven sprake was (bl. 49). Tegenover de
huisjes bevindt zich een oprijlaan, die eertijds
leidde naar „Huize de Pottere", een kasteeltje
van Maria's vader Hendrik, kapitein van een re
giment voetvolk. Aan een hiermee parallel loopen
den weg merken we de tot woning verbouwde mee-
stoof Willem III op.
De Kloosterweg naar Schuddebeurs ont
leent zijn naam aan het in den Tachtigjarigen
oorlog verwoeste klooster Sion (ten Zuiden van
het landgoed Rustenburg)Het buiten Rozegaard
is nu een boerderij. Een machtig smeedijzeren
hek herinnert aan 18de-eeuwsche glorie. We mo
gen aannemen, dat hier monniken van Sion hun
rozentuin hadden aangelegd. Rozegaard is niet
het eenige buiten, dat ten offer viel aan winstbe
jag. In de 17de en 18de eeuw bezaten vele pa
triciërs lusthoven in Schuddebeurs, „de zomer
residentie van de oude keizerin Zieriksee" (Felix
Rutten). Er zijn er nog eenige met statige lanen,
stille vijvers, magnolia's en rhododendrons, waar
de lente in al haar teerheid beleefd kan worden.
„Mon Plaisir", „Heesterlust", „Weelzicht",
„Zorgvlied" lezen we op de inrijhekken. In „Wel-
86