men het parallelogram. Het is de constructie der klap, welke haar tot het type basculebrug doet behooren. Is dit één type van dit soort dus met het tegenwicht boven den rijweg zoo is er een tweede type met het tegenwicht beneden den rijweg. De eerste wordt toegepast bij een brug, welke laag boven het water ligt, de tweede zoo zij hoog boven het water ligt. De tweede onderscheidt zich slechts daarin van de doorsnee-basculebrug, dat de ballast be weegbaar aan het staarteinde der klap is verbonden. Het voordeel is, dat het zwaartepunt van den ballast gemakke lijk lager kan worden geplaatst, dan het draaipunt aan de val. Is de eerste vorm leelijk, de tweede niet, daar men uiterlijk een vlakke brug ziet, zoo is er een derde vormhet „Heel Trunion"type, dat bepaald een monstrum moet heeten, 79 c3kre»icOmUexl Tnmn<X2' baaculebn^ Fig. 12

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 88