men het parallelogram. Het is de constructie der klap,
welke haar tot het type basculebrug doet behooren.
Is dit één type van dit soort dus met het tegenwicht boven
den rijweg zoo is er een tweede type met het tegenwicht
beneden den rijweg. De eerste wordt toegepast bij een brug,
welke laag boven het water ligt, de tweede zoo zij hoog
boven het water ligt. De tweede onderscheidt zich slechts
daarin van de doorsnee-basculebrug, dat de ballast be
weegbaar aan het staarteinde der klap is verbonden. Het
voordeel is, dat het zwaartepunt van den ballast gemakke
lijk lager kan worden geplaatst, dan het draaipunt aan
de val.
Is de eerste vorm leelijk, de tweede niet, daar men uiterlijk
een vlakke brug ziet, zoo is er een derde vormhet „Heel
Trunion"type, dat bepaald een monstrum moet heeten,
79
c3kre»icOmUexl Tnmn<X2' baaculebn^
Fig. 12