DE IJ ZERE N OPHAALBRUG In de eerste helft der 19de eeuw komt het ijzer zijn plaats als materiaal in het bouwen opeischen, vooral in de tech nische werken. Het wordt het moderne materiaal. De ijzer constructeur verdringt den timmerman. Ofschoon de houten bruggen voor het verkeer dier dagen zeker voldoende waren, moesten zij uit modezucht zoo mogelijk worden vervangen door ijzeren. Het prachtige materiaal hout moest wijken voor het gebrekkige materiaal gietijzer. Zoo werd in 1845 de eerste ophaalbrug in gegoten ijzer te Goor uitgevoerd, dat js vijf jaar nadat de eerste ijzeren ophaalbrug in Frankrijk over de Lyse Esteires werd ge bouwd. Daarop volgde in 1846 er een nabij Alphen aan den Rijn en een te Schiedam, in 1849 een over de sluis, welke het kanaal van Luik naar Maastricht verbindt met het bassin te Maastricht, en een te Groningen. In die dagen werd zelfs een dubbele ophaalbrug, de „Damiete"brug over de Wollevershaven te Dordrecht geplaatst. Daar dub bele wipbruggen meer te lijden hebben dan enkele, brak in 1855 bij het sluiten door een schok de spaninrichting op een der priemen. Deze sloeg tegen de hamei, welke daar tegen niet bestand bleek. Dit ongeluk bekoelde de liefde voor gegoten ijzeren balansen. De laatste werd in 1857 over de Roode Vaart nabij den Moerdijk gemaakt. In 1858 werd over de Steenbergsche Vliet een ijzeren op haalbrug gebouwd, waarbij de priemen uit gewalst ijzei waren vervaardigd. Deze constructie werd ook toegepast bij de in 1859—60 gebouwde brug over de tweede waaier- sluis in de Linge, een brug met 6.50 m spanning. Voor de hamei bleef het gietijzer nog toepassing vinden. Wilt gij het effect, dat zulk een brug maakt, ondergaan, wandel dan eens de Oudegracht te Alkmaar af. Met haar vele houten wipbruggen waarvan een enkele inwendig met ijzer is versterkt maakt deze gracht een harmonischen indruk. Deze wordt echter verstoord door de in 1901 in 65 Bruggen 5

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 74