HOUTEN BRUGTYPEN Laat ons de verschillendevormen der houten brug, van de simpele tot de meest geconstrueerde nader gaan bekijken. De allersimpelste, de boomstam over de kreek en zijn nazaat: de vlonder, bespraken wij al. De vlonder onderging echter een verbetering. Voor ik ertoe overga die verbetering welke een ontwik keling tot grootere overspanningen bleek te bevatten, n.m.1. die tot „balk"brug - te bespreken, wil ik u eerst vertellen, hoe uit de „vaste" vlonder het prototype der „beweegbare", in het bijzonder de „draai"bruggen zijn ontstaan. Dit prototype is: De draaivlonder Zoolang er in de sloot slechts eendjes zwemmen, is de vlonder geen hindernis, doch is zij breed en diep genoeg om met kleine vletten te bevaren, dan wordt zij een sta-in- den-weg. Men vond daar wat op: men maakte haar draaiend. Dit lijkt ons eenvoudig, doch dit is niet zoo. Zoo'n vinding eischt inzicht in de mechanica zij het dan ook instinct matig in de wet van evenwicht en in het beginsel van den hefboom. De constructie is doodeenvoudig: twee jukken als land- hoofdjes; de daarop dragende breede deel steekt aan de zijde van het erf een groot stuk door; aan die zijde is de vlonder draaibaar op het landhoofdje. Voor het evenwicht zou de arm, welke over het erf uitstrekt even lang moeten zijn als het gedeelte over het water, doch dat zou te veel van het erf weggenomen hebben. Heel ingenieus is nu op het eind van den ingekorten arm een houten bak geplaatst, gevuld met kiezelsteenen, waarvan het achterschot is uit gezaagd om tot handvat te dienen. Als uit het landschap gegroeid ligt daar zoo'n bruggetje; geen architecten- of ingenieurspotlood heeft het getee- kend. De boerentimmerman (een eeretitel) schiep haar in 49 Bruggen 4

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 56