waartoe onder groote bruggen een aan rails hangende
inspectiewagen is aangebracht.
Als de brug goed verzorgd in de menie staat, komt de
vraag: welke kleur zal zij krijgen? Een hedendaagsche
verf, welke goed op ijzer hecht, de zonnewarmte afweert
en door haar kleur karakteristiek bij het ijzer past, is de
„aluminium"verf. De donkerste tint lijkt mij het meest
voor toepassing in aanmerking te komen. Zij is een neu
trale kleur, evenals de veel toegepaste groen-grijze "kleur.
Ver„zinken" is ook een goed roestwerend middel.
De oude houten bruggen waren niet altijd gebroken-wit
geschilderd. Uit beschrijvingen van Amsterdam weten wij,
dat zij rood en ook blauw geverfd waren.
Wij hadden een „Roode brug", later „Doelenbrug" gehee-
ten, daar waar zij over het Rokin bij de Nieuwe Doelen
straat ligt. Die oude houten „Roode-brug" werd in 1633
vervangen door een steenen brug met zeven bogen.
De Roode-brug was rood geschilderd. Die kleur lijkt ons
eigenaardig voor een brug. In den Oud-Hollandschen tijd
was dit echter een veelgeliefde kleur. In de boerenhuizen
b.v. in het Gooi treffen wij nu nog deze kleur aan. Het is
geen felrood, geen vermiljoen of Engelsch rood, maar
het teruggehouden rood der „Doodekop", een kleur, die
voor den binnenkant der luiken werd gebruikt en ook
zulk een belangrijk aandeel heeft in de kleurencompo-
sitie der schilderijen uit onze glorierijke Oud-Hollandsche
School.
Blauw geschilderd was de „Blauw-brug". Bij den uitleg
van 1601 werd zij voor de Amstelstraat over den Amstel
geslagen. Deze ongeveer 100 m lange brug met 13 door-
vaartgaten in het midden een wipbrug was ge
heel blauw! Het is niet voor te stellen! Alweer, ook
dit was in dien tijd een veelgeliefde kleur. Het is geen
hemelsblauw, ook geen trapleer- of mangelbakjesblauw,
doch een toon van groen-grijs-blauw, welke ik zoo dik
wijls bij het restaureeren van Noord-Hollandsche kerken
op de trekbalken en het houten gewelf heb zien te voor-
148