schen ingenieur ontworpen spoorbrug over den Moerdijk
daartegen af.
Zij is 1300 m lang met spanningen van 100 m. (Afb. 78).
De uitvoering was in handen van Hollanders, n.1. de „Am-
sterdamsche machinefabriek", een fabriek van internatio
nale reputatie. „Werkspoor" is eruit gegroeid.
Gegoten ijzer, dat was het materiaal, waarin de eerste
bruggen werden uitgevoerd. Smeedijzer kende men al dui-
zende jaren. B.v, de Kettingbrug bij King-tung in China
met 150 m spanning, uit 65 n. Chr.; de hangbrug over de
Tsang-Po in Tibet, waarvan de ijzeren (bronzen?) kettin
gen, sinds zij in de 15de eeuw zijn aangebracht, niet zijn
vernieuwd. Wij zijn gewend de 19de eeuw de eeuw van
het ijzer te noemen, meenen, dat pas na de uitvinding der
stoommachine door James Watt in 1769 en die der loco
motief door George Stephenson in 1829, de techniek zich
ook ging uiten in geheel ijzeren bruggen. Merkwaardiger
wijze werd reeds in 1776 de eerste gegoten ijzeren brug
door Abraham Durby, volgens ontwerp van Pritsbord in
1773, over de rivier de Severn bij Coalbrookdale in Enge
land gebouwd, met een spanning van 32 m. Gegoten ijzer
kon voor niet te zwaar belaste bruggen met niet te groote
overspanning voldoen. Gietijzer kan namelijk wel „druk"
doch geen „trek" opnemen. Daaruit kan het feit worden
verklaard, dat de vorm der gietijzeren bruggen geïnspi
reerd bleef op het type: natuursteenen brug met vlakken
boog, daarentegen bij het toepassen van vloeiijzer, dat
zoowel „druk" als „trek" opneemt, van de constructie dei-
houten brug werd uitgegaan.
Toen, inplaats van gietijzer naar bruikbaarder materiaal
werd gezocht, vond men omstreeks 1830 de walstechniek.
Deze techniek maakte het ijzer bruikbaarder, doch de
in 1860 gevonden methode vloeiijzer te vervaardigen ver
drong het geheel en al.
Ten slotte heeft het kunnen produceeren van staal de
mogelijkheid geopend lichtere dus grootere overspannin
gen te kunnen maken. Ir Waddell stelt de grens op 950 m.
126