Brug, over de Prinsengracht Weg is de gaafheid. Oorspronkelijk dezelfde brug als van de Keizersgracht, is zij een vijftig jaar geleden „gemoder niseerd" ter wille van het verkeer. (Afb. 60 en 61). Wat kan iets, dat in zichzelf veel goeds bevat, door eenzijdigheid in discrediet worden gebracht! Het ware verkeer berust op orde. Ordenen is de eerste scheppingsdaad. Ordenen is niet aan een bepaalden tijd gebonden. Is er geen orde, dan is dit een nalatigheid, wel ke moet worden hersteld, want orde is eeuwig aanwe zig. Moet er iets aan het „Verkeer" worden opgeofferd, dan moeten wij ons afvragen: voor hoelang is de te ne men maatregel nuttig? Is dit slechts nuttig voor een betrekkelijk korten tijd, dan moet daarop de overweging volgen, of datgene, wat wordt opgeofferd wel dat offer waard is. Zoo b.v. onze hooge Amsterdamsche bruggen, 't Behoort nu tot de rijproef op de helling van een brug te stoppen en daarna weer door te rijden. Dat wil dus zeggen: voor een auto, zelfs voor vrachtauto's, levert een hooge brug niet meer het minste bezwaar op. Toch moesten destijds hooge bruggen vlak worden gemaakt, ofschoon de technici, van wie dit denkbeeld uitging toen de met paarden be spannen vrachtwagens en de handkarren last van de hooge bruggen hadden konden vermoeden, dat de, in het begin stadium zijnde auto snel volmaakt zou worden, zooals bij vele voorafgaande technische uitvindingen, b.v. de stoommachine, het geval is geweest. In dit verband her inner ik mij het is een veertig jaar geleden hoe de Wethouder van Publieke Werken in den Raad het voorstel verdedigde „enkele opstijgpunten" ter bevestiging der bo- vengrondsche telephoondraden op te richten. Ouderen zien die afgrijselijke hooge, uit ijzer geconstrueerde palen, wel ke op verscheidene punten de stad hopeloos ontsierden, nog voor zich. Toen het mogelijk bleek die draden in kokers in de trottoirs te leggen, waren die „enkele opstijg punten" opeens niet meer noodig. Dat dit bruggencomplex 90

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 101