van de soort zooals er in elke stad eenige zijn. Men late deze voorloopig buiten beschouwing. Wanneer deze teekening gereed is en aangenomen is als leidraad voor Bouwtoezicht en Schoonheidscommis sie moet men rustig afwachten welke bouwaanvragen binnenkomen. Want de bouwerij staat nooit stil. Bij elk geval van verbouwing of vernieuwing neemt men het toekomstplan tot leidraad en met geduld zal men het stadsgezicht zien verbeteren. Zijn eenmaal enkele gevels verbeterd dan zal dit aanstekelijk werken en zal er belangstelling tot navolging komen. Inmiddels kan de restauratie van de goede oude gevels worden bevorderd op de wijze zooals men hier en daar reeds ziet. Dit is veelal het werk van de plaatselijke vereeniging. Te Zutphen kan men gadeslaan hoe daar de „Stichting het Wijnhuisfonds" met bescheiden mid delen de restauratie van eenige gevels tot stand heeft gebracht en nog steeds hiermede doorgaat. Wanneer flink wat bereikt is en het marktplein een ander aanzien heeft verkregen zullen de ernstigste mis lukkingen nog sterker in 't oog loopen. Dan maar dat is nu nog niet aan de orde zal het verlangen ont staan om deze „stadsleelijkerts" te doen verdwijnen. Er is zooveel heemschutwerk geweest waarvoor in den aanvang medelijdend de schouders werden opgehaald en dat later niet alleen werkelijkheid werd, maar zelfs zoodanig gemeengoed dat een naijver ontstond wie't zou mogen doen. De molens werden vroeger als verloren be schouwd. Nu doet ieder mee om ze te behouden. Vroeger wist niemand wat heemschut wasnu doet iedereen aan heemkunde. Zoo zal het ook gaan met de restauratie van geheele stadsgedeelten. Wanneer de menschen 't eerst maar gaan zien en begrijpen. Dan zal de tijd komen dat te hooge en leelijke bouwwerken, die de stad ontsieren, zullen worden afgebroken, alleen uit schoonheidsover wegingen. Maar daarover moet men nu nog niet begin nen. Daar moet geduld bij. Dat zal vanzelf komen. 67

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 69