Heemschutwerk geldt: Ars longa, vita brevis, zooals
nog vermeld staat op Dr P. J. H. Cuypers' vroegere
woonhuis in de Vondelstraat te Amsterdam.
Wanneer een oud bouwwerk of antiek meubel zoodanig
is onderkomen door honderd jaar achterstallig onder
houd en taai volgehouden prutserij of domme verbou
wing, moet een krachtdadige herstelling ondernomen
worden, die men restauratie pleegt te noemen. De res-
tauration komt dan aan de orde. Gemeenlijk wacht men
tot de brokken omlaag vallen om dan een spoedbericht
naar Den Haag te zenden voor een zoo hoog mogelijke
subsidie voor de restauratie. Tijdens het wachten op
antwoord blijft het dan lekken en rotten. Zulk een han
delwijze is verkeerd. Eerst in uiterste noodzakelijkheid
dient andermans hulp ingeroepen te worden.
In Blaricum, het land der erfgooiers, de vrijheidlieven-
den bij uitnemendheid, was de kerktoren onderkomen.
Toen besloot het gemeentebestuur de torenspits te doen
herstellen. Na een paar jaar rust besloot men het inwen
dige van den toren te restaureeren en na weder wat
uitgerust te hebben om de kas op krachten te doen ko
men, werd het uitwendige van de steenen schacht ter
hand genomen. Die volgorde was heel goed, want wan
neer eerst het uitwendige wordt gedaan, blijft allicht
het inwendige achterwege. Wat voor de goegemeente
het meest in het oog loopt, beware men voor het laatst.
Gedurende de zes jaren, die over de geleidelijke her
stelling verliepen, kon de jaarlijks op de gemeentelijke
begrooting gereserveerde post voor onderhoud van den
toren tevens aan de restauratie besteed worden.
Na de restauratie is voorloopig geen of althans zeer
weinig geld voor onderhoud noodig. De kosten van
restauratie worden dan verminderd met minstens tien
jaar onderhoud. Het is daarom nuttig en noodig, al
vorens stappen te doen voor restauratie, door een des
kundige een begrooting te doen maken en dan onder
oogen te zien hoe de zaak gefinancierd kan worden. Is
58