ten, en daarom is de commissie ruim opgezet, zoodat in
samenwerking met den Bond van Nederlandsche Tuin
architecten (B.N.T.) ook landschapsarchitecten, en per
sonen die deskundig zijn op het gebied van volkshuis
vesting en stedenbouw in de commissie zitting hebben.
Bij de betrokken autoriteiten heeft zij dan ook steeds
voor samenwerking van de technici met tuin- en land
schapsarchitecten gepleit. Onder de voortvarende lei
ding van haar Voorzitter, den voormaligen Bosschen
Burgemeester Mr F. J. van Lanschot, en haar secretaris
H. Cleyndert Azn., heeft de commissie in de veertien
jaar van haar bestaan een groote activiteit ontplooid.
Een tweede Heemschutcommissie werd in 1939 opge
richt, de commissie „Het Dorp". Haar taak was het, te
zorgen voor de schoonheid der Nederlandsche dorpen,
dus het behoud van dorpspleinen en brinken, het op
ruimen van allerlei ontsieringen, het verbeteren der be
plantingen en zooveel meer. Door de tijdsomstandighe
den heeft deze commissie weinig kunnen uitrichten; in
1944 werd zij opgenomen in een nieuwe Heemschut
commissie, de commissie „Stad en Dorp", wier taak zal
zijn het herstel van geheele complexen van steden en
dorpen, als marktpleinen, verwaarloosde stadswijken,
hofjes en dergelijke. Deze commissie staat nog aan den
aanvang van haar werk, waarvoor thans de tijden niet
zeer gunstig zijn. Wij twijfelen er echter niet aan of zij
zal in betere tijden haar zustercommissie trachten te
evenaren.
Ook de jongste activiteit van Heemschut moge hier nog
kort vermelding vinden. Dat is de in 1940 tezamen met
de Amsterdamsche uitgeversmaatschappij Allert de
Lange opgezette serie boekjes, die den naam van
Heemschut-serie draagt. Elk van deze boekjes behandelt
een der aspecten van het Heemschutwerk: de histori
sche schoonheid onzer oude steden, onze bruggen, ker
ken, torens en kasteelen, het natuurschoon, enz. Dit
boekje dat het nummer 25 van de reeks draagt, is als
49
Heemschut 4