Een enkel woord over deze heemkunde, en haar ver
houding tot onze heemschut. Vaak meent men dat die
twee begrippen hetzelfde inhouden, wat toch niet juist
is. Evenals men bij andere objecten, b.v. bij de planten,
kan onderscheiden tusschen plantenkennis, die uit kan
groeien tot een wetenschap der plantenkunde, en daar
naast een plantenbescherming, die men plantenschut
zou kunnen noemen, en die beoogt zeldzame of aan
bijzondere gevaren blootgestelde planten tegen uit
roeiing en verdwijning te beschermen, kan men ook
onderscheiden tusschen heemkennis, die bestaat uit een
kennen van allerlei bijzonderheden over een bepaald
heem, een heemkunde, die een tot wetenschap uitge
bouwde heemkennis is, en daarnaast de heemschut, die
beoogt het heem voor allerlei gevaren, en wel in het
bijzonder dat van verlies van eigen karakter en schoon
heid, te beschermen. Het zal echter duidelijk zijn dat
heemkennis en heemkunde bij elk, die ze niet als een
abstracten tak van wetenschap opvat, maar er zijn liefde
aan verpand heeft, noodzakelijk uitgroeien zal tot heem
schut: wie zou het zonder verzet kunnen aanzien, dat
dat waaraan zijn hart hangt dreigt verloren te gaan?
Aan den anderen kant moet heemschut, als het niet in
dilettantisme en valsche romantiek ontaarden wil, bou
wen op heemkennis en heemkunde, op kennis van de
historische ontwikkeling van een gebied, zijn eigen
bouwstijl, natuurschoon, volkskarakter, enz. Heemkun
de en heemschut kunnen en moeten elkaar aanvullen,
en als dat, wat zich als heemkunde aanbiedt, tenslotte
toch een element van heemschut blijkt in te houden,
zal de Bond Heemschut zich over hulp van die zijde
slechts verheugen.
Tenslotte nog iets over enkele commissies, door den
Bond Heemschut opgericht. De eerste is de in 1933 in het
leven geroepen Commissie „De Weg in het Landschap",
bij afkorting „W.I.L.-commissie" genoemd. De bijzon
dere taak van deze commissie is, een goede landschap-
47