komst in het Muntgebouw de eerste steen daartoe ge
legd werd. Deze tentoonstelling, die van Maart tot
Augustus 1934 duurde, werd een groot succes. Het aan
tal inzenders, zoowel uit het eigen land als uit het bui
tenland (Ned.-Indië, Zuid-Afrika, België, Luxemburg,
Denemarken) overtrof alle verwachtingen, en de fraaie
catalogus, die bij die gelegenheid uitgegeven werd, kan
beschouwd worden als een soort leerboek op het gebied
van den heemschut. Tusschen de 15 en 20 duizend
personen bezochten de tentoonstelling, terwijl tegelij
kertijd in de zalen van Arti in Amsterdam nog een
tentoonstelling van schilderijen gehouden werd onder
den naam: Heemschut en de schilderkunst.
Maar ook de jeugd, de toekomst van ons land, werd
niet vergeten. Op den zesden Monumentendag, in 1931
te Groningen gehouden, werd de vraag aan de orde ge
steld, op welke wijze men de jeugd meer liefde lot de
schoonheid van stad en land kon bijbrengen. Dit onder
werp werd ingeleid door Dr G. Brouwer, bestuurslid
van Heemschut. Als gevolg van zijn inleiding en de
daaropvolgende discussie werd kort daarna een „Com
missie tot bevordering van de heemschutgedachte onder
de Jeugd" in het leven geroepen, waarvan de heer Brou
wer secretaris werd. Deze commissie, die eigenlijk on
afhankelijk van den Bond Heemschut stond, maar na
tuurlijk toch diens volle sympathie had, stelde zich ten
doel, contact te zoeken met de jeugd, maar meer toch
nog met de ouders en onderwijzers, leiders van jeugd
verenigingen, kortom met allen, die veel met jongeren
omgaan. Enkele malen organiseerde ook deze commis
sie tentoonstellingen op het gebied van den heemschut.
Enkele jaren later werd op voorstel van Mgr Dr P. J.
M. van Gils, die zich in Limburg sterk voor deze zaak
interesseerde, besloten den naam te veranderen in dien
van „Commissie voor heemkunde", daar heemkunde de
grondslag zijn moet, waarop juiste en doeltreffende
heemschut gebaseerd moet zijn.
46